Iedere dag weer verbaasd

Gepubliceerd op 30 mei 2017 om 12:00

Ik ben nu bijna drie weken actief in het ziekenhuis en begin me een soort van thuis te voelen. Ik voel me nog steeds meer journalist dan zorgverlener en ik zou wel willen dat ik dat kon blijven. Gewoon kijken, proberen te begrijpen en vastleggen. Maar ja, je bent verpleegkundige of je bent het niet. Ik probeer dus naarstig in mijn rol te kruipen, maar het lijkt soms of ik niet pas. De momenten dat ik in de rol van bouwer, docent kan bewegen voel ik me goed, maar als ik, zoals vanmorgen aan het bed van een patiënt sta, voel ik me tekortschieten en een rare bouwsteen in een mankerend systeem

Blauw/wit; midwifery students, grijs/wit; nursing students

Vanmorgen op de verloskamer gekomen, lag er een dame die om 7 uur binnen gekomen was. Ze was in Redemption hospital geweigerd, daar waren geen bedden. Dat komt dan wel weer bekend voor, lijkt verloskundig Amsterdam wel. Als de artsen visite lopen (man of 10), zijn er nog geen cortonen geluisterd bij de baby. De batterijen van de doptone zijn op. Echoapparaat niet beschikbaar en de toeter waarmee je ook harttonen moet kunnen horen is niet toereikend. Mevrouw is behoorlijk ‘overweight’ en heeft veel vruchtwater, bovendien lijkt de placenta op de voorwand te liggen. De vraag is dus nu: ‘leeft de baby’. Julie, de Amerikaanse gynaecoloog die sinds vier weken in het ziekenhuis is en de visite aanvoert, geeft orders. Het team moet doorlopen naar de post partum afdeling en daar verder visite lopen. Zij gaat de harttonen van de baby zoeken. Er wordt ergens een nog wel werkende doptone vandaan gehaald en ja gelukkig. Goede harttonen. Zucht van verlichting en aankijken dus. Afspraak is: ieder kwartier luisteren en afhankelijk daarvan beleid bepalen, bij twijfel toch sectio. Julie denkt dat het zover niet zal komen. Mevrouw is een multip (multipara zoals ze dat hier afkorten, oftewel ze heeft al eerder kinderen gebaard), moeder van twee jongetjes. In Nederland ligt zo’n dame permanent aan het ctg en kan je dus iets zeggen over het welbevinden van de baby. Hier weet je het, zolang je het hoort. Als Nicole na een kwartier weer gaat luisteren is het doptone apparaat weer terug naar de zwangerenpoli en zitten we dus weer zonder batterijen…… Ze zijn hier erg christelijk, maar ik denk G…dver. Hup naar de supermarkt en batterijen kopen. Drie pakjes voor 6 dollar, keurige Kodak batterijen, daar kunnen in dat rotding 6 keer batterijen vervangen worden, ze hebben er dus weer even genoeg en ik word helaas duizend keer bedankt. Een uur later als ik alleen op de zaal sta, komt de opererend gynaecoloog een kijkje nemen bij de betreffende dame. Hij vraagt mij hoe het met de baby is. Ik heb tweemaal harttonen gezien en vertel hem dus dat het volgens mij goed gaat. ‘Wat denk je?’ vraagt hij aan mij, cesarian ?’. Krijg nou wat, in Nederland, waar ik het gevoel heb wel wat zinnigs te kunnen antwoorden, vragen ze dat nooit aan mij en hier mag ik mee beslissen, op basis van nul informatie. ‘I suppose you could wait a bit’ antwoord ik aarzelend. Hij bekijkt de dame nog eens goed. Baby niet ingedaald, wel 8 cm, hij wil vliezen breken, want die staan nog. Kan iemand een vliezenbreker halen vraagt hij. Inmiddels ben ik gelukkig niet meer de enige aanwezige pleeg en gaat er iemand op zoek naar een amniotoom (soort lange haaknaald, waarmee je vliezen kan doorhalen) denk ik tenminste. Na zo’n vijf minuten wachten, en deze dokter staat ingedeeld op de OK waar vrouwen liggen te wachten op behandeling (5 min doen er dan echt toe), komt er een verpleegkundige met een intracutaan naaldje (haarscherp injectienaaldje van een cm of twee lang). Bij gebrek aan zogenoemde haaknaald, mag hij het zo proberen. Mevrouw krijgt geen wee, de vliezen spannen dus niet aan en hij kan onmogelijk met dat kleine, veel te scherpe ding de vliezen breken. OK, hij is er klaar mee; besluit genomen, sectio. Bij twijfel kiezen voor zekerheid, dus eruit met dat kind. Mevrouw wordt geinformeerd. ‘We hope your baby is alive, I can’t hear it right now, so we going to do a c section, if baby is alive good, if dead, no problem, we did an operation.(πŸ˜₯ Hoezo no problem……). Om kort te gaan, ik mag mee naar de OK. Mevrouw krijgt een spinaal, ik houd haar hand vast als de tranen over haar wangen rollen en een paar minuten na de eerste incisie zuigt de gyn klaarhelder vruchtwater af en een minuut later wordt er een mooi bol meisje geboren met een apgar van 9 /10. Gelukkig , alles goed….. Shit, sectio voor niets, dat krijg je ervan als je geen materialen hebt voor goede monitoring en niet goed communiceert met collega’s. Later blijkt dat de, overigens geweldige arts, niet aanwezig was geweest bij de visite en niet had begrepen dat Julie het nog wel even aan durfde te zien. Geen enkele arts heeft een sein of telefoon bij zich. Als je ze nodig hebt moet je gaan zoeken.

Inmiddels weer anderhalve week verder kan ik alweer een boek schrijven. Vrijdag stond ik naast een zestienjarig meisje dat moest bevallen van een 21-weeks kindje. Vliezen waren gebroken en ze was aan het bevallen. Kindje had nog hartactie, maar uiteraard zou dit tijdens of spoedig na de bevalling stoppen. Ik heb al veel angstige mensen gezien in mijn leven en ben er zelf ook weleens een geweest, maar zo angstig en zo alleen, dat heb ik nog nooit mee gemaakt. Er kan in verband met privacy van andere patiënten geen familie bijzijn. Dit meisje ligt dan ook op een verloskamer te bevallen waar op hetzelfde moment een vrouw van een gezonde, voldragen baby ligt te bevallen. Het is een van die dagen die we ook wel kennen in Amsterdam, iedereen bevalt tegelijk. Er komt een dame binnen waar de beentjes en een armpje al uithangen. Een ‘onverwachte stuit’. Ik ben hier niet bij aanwezig, want deze dame bevalt uiteindelijk niet in de vierpersoons verloskamer, maar gewoon op zaal. Wel wordt duidelijk, dat het niet voorspoedig gaat; er wordt gezocht naar een beademingsballon. Ik leg er vast een op tafel, die ik wegpak bij de trainingstafel (die weet ik te vinden als ‘hulpjuf’). Als er een paar minuten later een slap, grijs kind op tafel wordt gelegd, kan ik toch mijn gevoel, slechts te gast te zijn, moeilijk onderdrukken en ik kijk dus even wat er gebeurt. Er staan twee mensen om de tafel, maar er wordt geen actie ondernomen. Ongetwijfeld is het niet meer dan een seconde of 15/20 geweest, maar dan pak ik de beademingsballon en begin het ventje te beademen. Naast mij staat Helena, het afdelingshoofd, die voelt naar de hartactie van de baby, zegt dat die goed is en begint vervolgens ergens tussen linkertepeltje en sleutelbeen met iets wat lijkt op (in de verte) hartmassage. Ik beschrijf dit wat uitgebreid, omdat mijn lezende, zeer gewaardeerde oud collega’s van het Annapaviljoen, begrijpen hoe moeizaam dit verloopt. Gelukkig wordt de baby roze en na ongeveer 5 minuten beademen en flink prikkelen (inclusief uitzuigen), begint hij eerst te mopperen en vervolgens echt te huilen. Thank God. Als hij het weer doet, laten ze hem liggen op de reanimatietafel. Ik blijf erbij staan omdat ik verwacht dat hij naar de couveuseafdeling zal gaan. Niets is minder waar, hij gaat naar de post partum ward, waar niemand op mama en kind let. Als ik bescheiden vraag of ze niet denken dat hij last gaat krijgen met zijn bloedsuikers moet de verpleegkundige lachen. Nee, hij is voldragen, dat komt wel goed. Als ik later tegen Nicole zeg dat het wel goed zal komen, misschien geen universitaire opleiding πŸ˜“, zegt ze dat het hier niet uitmaakt dat je niet kan lezen.

Daarmee sla ik een leuke brug naar het klaslokaal….. Nou ja, ze kunnen wel lezen, maar niet zoals je van een student verpleegkunde zou verwachten. Langzaam en met horten en stoten. Spelling is arm, het niveau is echt anders dan in Nederland. Door het extreme gebrek aan artsen, zijn deze verpleegkundigen toch soms halve artsen. Als ze in het binnenland dienen, ze betalen hun studie terug door drie jaar in the ‘interior’ te werken na hun diplomering, schrijven ze medicatie voor, maken beleid en doen allerlei interventies die in de ‘developed world’, voorbehouden zijn aan artsen. Ik ben blij dat ik niet meer op de bank zit te lezen, maar ik heb nu soms zomaar hoofdpijn of voel me boos door wat ik zie gebeuren. Daar had ik op de bank minder last van. Afgelopen vrijdag is er een van de studenten bevallen van een gezonde zoon. Gisteren, maandag was ze niet op school. Vandaag was ze er weer, ze was de gangen aan het vegen. Straf, omdat ze een dag teveel absent is geweest. God helpe Afrika en de Afrikanen de brug over………

Je hoort hier iedere dag, wanneer je binnenkomt en weggaat, iedereen te groeten maar in ieder geval het hoofd opleidingen. Zij heeft haar masters gedaan in Amsterdam aan de UVA en is dol op Nederland. Vanmiddag geeft me dat mooi de gelegenheid subtiel mijn hart te luchten. Ik zeg haar: ‘You know the Dutch, don’t you? It is so hard for me to understand, why base your whole system on punishment rather then on achievement’. Ik hoop zo dat die aankomt, maar ik vrees het. In Liberia slaat papa mama, mama de kinderen en de juf de leerlingen. De politieagent schreeuwt tegen de burgers, de verpleegkundige tegen de patienten, de president fuckt haar hele volk en zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik heb de indruk dat niemand het gek vindt. Ik denk dat ik bozer was dan de vegende kraamvrouw…

Ok, even afsluiten met iets luchtigs: Als ik klaar ben met werken wordt ik netjes opgehaald door een van de chauffeurs. Vandaag is dat Junior, ‘the jungle driver’. Hij weet het allerbest de weg in de bush, maar hij heeft een klein nadeel, hij is niet te verstaan en hij verstaat ons niet. Bovendien weet hij eigenlijk niet zo goed de weg in de stad. Best lastig als je hem wilt vertellen dat je bij een supermarkt staat waar hij naartoe moet komen. Na geld te hebben gegeven aan twee mannen op krukken die staan te bedelen. Ook iets om helemaal gek van te worden. ‘ Ma'am you remember me from last week. You gave me three dollars (ik hoop dat Pat mijn blog niet leest, want dat is hier een veel te grote giftπŸ˜πŸ˜ŽπŸ˜œπŸ€”πŸ˜€).’ Ik heb deze krukken gekocht’. Ik zou toch zweren dat hij vorige week beweerde dat hij vijf dollar nodig had om zijn huur van te betalen. Nou ja, krukken zijn ook handig als je gehandicapt bent. Ik had hem nu met mijn softe kop ook alweer 50 Liberiaanse dollars gegeven , ik had hem echt niet herkend als de man die ik vorige week ook al had gegeven. Ik probeer het een beetje te verdelen, maar slaag daar dus kennelijk niet in. Als ik wat te lang moet wachten op Junior, komt hij me uitleggen dat zijn krukken nog niet afbetaald zijn. Dan ben ik dus ineens helemaal niet meer soft. ‘No, No, no, je kan nu iemand anders vragen, stop ermee’ en dit dan in iets minder subtiel Engels. Na veel bedankjes druipt hij af. Hij kon het proberen natuurlijk. Die krukken zijn overigens zeker afbetaald… Terwijl ik met een van de verkeersregelaars sta te praten, zie ik Junior in de pick up langsrijden. Ik denk dat hij draait om me op te pikken, maar na vijf minuten vrees ik dat de draai te groot is uitgevallen. Ik bel Junior weer en hij zegt (denk ik), dat hij komt. De bedelende man die ik net heb weggestuurd roept me ondertussen toe, dat ik mijn driver moet straffen, ‘he doesn’t respect you, letting you wait so long’. Nee nou wordt ie mooi, als ik altijd op tijd wordt opgehaald had die eikel nu vast nog geen krukken. Om een lang verhaal kort te maken, na 45 minuten wachten en iemand te hebben gevraagd om mijn chauffeur te bellen, stopt Junior voor de winkel. De schat. Hij lacht van oor tot oor. ‘You didn’t understand me Junior?’, ‘No, me, di no ondeste to go’ (= no mam, I did not understand you too good).

 

Bas jarig, dat vieren we op twee locaties.
foto 1: Proost, Bas 25 jaar, vanuit Monrovia!

foto 2: Idem, vanuit Nederland

foto 3: Zondagavond op het strand gegeten met collega Nicole (verloskundige) en twee Amerikaanse artsen. Heel gezellig en een mooie zonsondergang.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.