Geduld is een schone zaak….. Dus hoewel ik hoopte en dacht dat ik inmiddels aan het werk zou zijn, moet ik nog even geduld hebben. Maar ik heb sterk de indruk en het vertrouwen dat het goed komt. Aanstaande vrijdag kan ik een dag met het team van Willem in Kakata meelopen. Willem is de Nederlandse verpleegkundige en community Healthworker die de regio Margibi coördineert. Ik ga een dagje met hen meelopen. Wordt vervolgd.
Vorig weekend zijn we weer twee dagen de bush in geweest. Steeds een bijzondere ervaring. De eerste dag gewoon naar Gbarnga gereden en daar overnacht. Pat moest nog even langs George, de man waar hij land van gaat leasen om een warehouse op te gaan bouwen. Het lijkt nu echt allemaal rond te komen en George kwam daar ’s avonds in het hotel een borrel op drinken, samen met zijn vriendin. Dat was heel leuk. Ook bijzonder om van een Afrikaan te horen hoe hij tegen politiek, ontwikkeling en bemoeienis van het westen aankijkt. Ik vond het een prachtavond. Hij uitte zich steeds verbolgen om de stommiteit van de Liberianen, om zich zo extreem nederig te gedragen ten opzichte van het westen. Vorige week woensdag was de president van Canada op bezoek. De hoofdweg door Monrovia is twee dagen gedurende spitsuren afgesloten. Ik overdrijf niet als ik zeg dat dat ongeveer hetzelfde is als de A1 of A2 afsluiten in Nederland. Dat is iets waar die Canadees vast niet op zit te wachten. Het wekte grote irritatie bij George, dat de man 100 miljoen dollar kwam brengen en vervolgens Liberia de wet voorschrijft als het gaat om de homowet (homoseksualiteit is verboden) en vervolgens wordt het hele economische leven in Monrovia stil gelegd. En dan de Chinezen, daar valt ook van alles over te zeggen, maar in ieder geval zeuren ze niet over kinderarbeid, mensenrechten of democratie. Het grappige is dat ik, hoewel uiteraard voor vrijheid van seksualiteit, eerlijke mensenrechten en democratie ben, toch al een week loop te piekeren, welk zeggenschap wij (het westen), hebben over de politiek in Afrika. Je zou kunnen zeggen dat we veel komen brengen en dat het nu eenmaal voor wat hoort wat is, maar dat betwijfel ik ten zeerste. Ik heb vorige week mijn laatste maandelijkse goede doelengift stop gezet. Ik ben diep onder de indruk van allerlei kleine, geweldige initiatieven die hier plaatsvinden en echt duurzaam en goed zijn voor de bevolking, maar de schepen met geld die hier door allerlei UN-organisaties vooral in grote witte fourwheeldrives, huisvesting en eigen organisatie gaan zitten. Een ramp. Pat vertelde van de week dat er een aantal mensen bij hem waren geweest om te vragen, of hij mee wil denken in hulp in de agriculture sector. Dan schetst hij kort wat hem goed lijkt en waarvan hij eigenlijk zeker weet dat het goed gaat werken. Hoewel ze erkennen dat hij gelijk heeft, komt er toch eerst iemand uit de USA, die nog nooit in Liberia geweest is, om onderzoek te doen. Hij brengt dan verslag uit en vervolgens gaat er naar 25 kleine projecties geld en volgens Pat en de medewerkers van USaid, die hij sprak is die financiële injectie over een jaar verdampt en zijn ze weer terug bij het begin. Het feit dat iedereen dat weet, maar dat het zo blijft is moeilijk te begrijpen, maar lijkt toch echt de oorzaak te vinden in het feit dat niet alleen arm Afrika er garen bij moet spinnen.
De volgende dag gaan we naar de vergadering van de cacaoboeren rondom Gbarnga. Dat vind ik geweldig. We rijden om acht uur weg, het begint om tien uur, maar dat geeft ons de tijd om op tijd te komen en nog wat mensen op te pikken onderweg. Eerste stop, je moet hier echt geweest zijn om het te begrijpen (of eigenlijk begrijp je het dan nog niet) staan we heel lang te wachten. Eindelijk, niemand wordt onrustig, arriveren de voorzitter en zijn vriend samen op de brommer met een tros bananen achterop en een enorme zak rijst. De rijst is voor het dorp waar we naartoe gaan, de vrouwen gaan koken voor de lunch na de vergadering. De bananen blijken een cadeau voor ‘the boss’, Patje dus. De mannen rijden gelijk weer weg omdat ze nog ergens ijs gaan halen, ook voor het dorp. Vervolgens staan we weer 20 minuten te wachten, de kans dat we op tijd komen is inmiddels verkeken. Ondertussen staan we wel te midden van het Afrikaanse leven. Tegenover ons zit een vrouw haar kind te voeden, langs ons lopen mensen met van alles op hun hoofd en overal om ons heen zijn kleine hutjes of tafels waar dingen verkocht worden. Onder andere een tafel waar ongeveer 50 oude telefoonopladers ingeplugd zijn. Niet voor de verkoop, dit is een oplaadstation. In het uur dat wij er staan te wachten heb ik geen van de 50 opladers gebruikt zien worden. Pat gaat met mensen praten, maar als je langer dan twee minuten geïnteresseerd bent vragen ze om geld. Een grote handicap als blanke, je wordt gezien als een zak met geld, dat maakt leuk contact soms moeilijk. Uiteindelijk gaan we de kerels op de brommer tegemoet, ze zijn druk bezig een blok ijs achter op de brommer te bevestigen, dat hoeft dus niet meer. Inladen die hap en rijden. Onderweg pikken we nog 8 boeren op, ongelofelijk hoeveel boeren er achter in een landcruiser gaan. Onderweg passeren we kleine dorpjes, waar dagelijks een of geen auto langskomt. Dat blijkt als Alex probeert een kip te ontwijken, ook zij heeft geen ervaring met auto’s, einde kip dus…
We arriveren ruim na tienen in het dorp, maar dat maakt niet uit, de helft van de aanwezigen komt uit onze auto’s.
De vergadering kan beginnen.
<img src=\"images/2016/12/img_06322.jpg>
<img src=\"images/2016/12/img_0229.jpg>
<img src=\"images/2016/12/img_0233.jpg>
In principe onderscheidt deze vergadering zich niet van enige andere vergadering. Je hebt de stille Willie’s (in dit geval bleken die de Engelse taal niet machtig), de grote bekken en de initiatiefnemers. Herhaling is hier een serieus item, alles komt ongeveer 36x terug. Het mooiste vind ik de vriend van de voorzitter, hij is duidelijk een van ‘de grote bekken’, dus wil graag het woord hebben. De inhoud was ook leuk, maar daar ga ik niet over uitweiden, maar zijn outfit; geniaal.
<img src=\"images/2016/12/img_0234.jpg>
Ik geniet van de omgeving, kindjes hangen in de deuropening, ze hebben een klein molletje o.i.d. bij zich, door het open raam zie ik een meisje hoepelen met een fietswiel en de vrouwen beginnen binnen te druppelen, met grote bakken eten en kommen en lepels. Ik vind dat spannend, want heb er veel voor over om zonder ‘buikloop’ weer thuis te komen. Pat houdt een praatje, gaaf om te horen dat het helemaal zijn business is. Er wordt na ruim 2 1/2 uur vergaderen afgesloten met gebed en dan krijgen we eten. Het smaakt prima, rijst kip. De kip ruikt prima, dus we gaan ervoor.
<img src=\"images/2016/12/img_02431.jpg>
Na nog wat foto’s te hebben gemaakt op verzoek en een jongetje verschrikkelijk aan het lachen te hebben gemaakt door hem een high file te geven (zo’n witte hand is echt heel anders), gaan we weer op huis aan. Een tros bananen en een tros plantin (bakbananen) op het dak en zo terug naar Monrovia. Nog een korte tussenstop in het dorp waar de kip nog ligt dood te zijn op een tafel, om een vergoeding te geven en nogmaals excuses te maken. Kleine vier uur later zijn we weer thuis. Lekker nog een vrije zondag voor de boeg. Nou ja, ik heb natuurlijk iedere dag vrij. Het begint gek genoeg te wennen. Ik word er niet meer triest van, zie er een beetje gebruind uit (zit meestal in de schaduw, toch beetje jammer als ik als leren tas terug zou komen) en ben echt helemaal uitgerust. Ik heb geen dagtaak, maar wel een taak, aan contact houden met vrienden, familie en vooral onze kinderen. Dat blijkt voor ons goed te werken, Pat vindt het heerlijk dat er intensiever contact is dan toen hij hier alleen zat en wordt daar blij van. Wat dat betreft is er natuurlijk niet zo heel veel veranderd, Ger was altijd al voor de communicatie tenslotte .
Reactie plaatsen
Reacties