Te lang

Gepubliceerd op 14 augustus 2022 om 12:00

Hoewel ik eigenlijk heel graag schrijf, heb ik sinds 2021 ik niet meer geblogd. Mensen die ik minder goed ken, beginnen te vragen of het wel goed gaat. Eigenlijk gaat het bijna ‘te goed’, dat wil zeggen, ik heb zoveel te doen, dat het bloggen erbij inschiet. Toch ga ik mijn leven proberen te beteren, want eigenlijk heb ik nog bijna iedere dag stof tot schrijven van een blog. Iedere dag gaan er zoveel gedachten door mij heen die een soort filosofische discussie in mij aanwakkeren. Schrijven ordent die gedachten soms en zijn misschien ook wel leuk om te lezen.

Afgelopen vrijdag zijn Pat en ik naar Accra gereden, of eigenlijk, Pat, Ebenezer en ik.

Ebenezer is Pat zijn chauffeur. Pat zijn vorige chauffeur, Gabriel, een hele lieve leuk kerel, is een aantal keren betrapt op onveilig rijden en de laatste keer was de oorzaak daarvan het feit dat hij veel teveel alcohol had genuttigd. Dat was het einde van Gabriels contract. Klote….. Hij heeft een vrouw en drie kinderen. Een van zijn kinderen is nog een middag bij mij geweest om haar sollicitatie als verpleegkundige voor te bereiden. Ik weet nu wel zeker dat de hele sollicitatie niet door is gegaan. Je moet hier, om te solliciteren vaak al geld neerleggen. Het kopen van je ‘forms’ voor je aan een studie kan beginnen is de eerste hobbel die je moet nemen. Gabriel heeft mij geloof ik wel 20 keer gebeld. En ik heb niet opgenomen. Zo verdrietig.

NU hebben we Ebenezer. Hij was chauffeur op het ‘Bamboi” project. Een extreem betrouwbare man. Pat heeft met de nieuwe baas van Babator farming project(waar Pat eerst de scepter zwaaide) gebeld, of hij Ebenezer mocht vragen en dat werd gelijk toegestaan. Het project in Bamboi is aan het afslanken. Het wil niet zo erg lukken daar.

Dus nu is Ebenezer onze chauffeur, hij houdt extreem veel van Pat. My boss dit en my boss dat. De hele dag door. Geestig en zijn betrouwbaarheid is ook erg fijn, uiteindelijk ligt ons leven regelmatig in zijn handen. Hij rijdt Pat het hele land door en de wegen en vooral de weggebruikers zijn hier echt niet zoals in het westen. Het is dus goud waard, een goede chauffeur. Ebenezers gezin woont in Accra, dus hij ging een weekend naar vrouw en kinderen en Pat ging fietsen.

Maar eerst vrijdagavond Anna van het vliegveld halen. Behalve onze eigen kinderen hebben we nog geen bezoek gehad van de generatie onder ons. Nu mochten we dus Anna, de oudste dochter van mijn zus Monique en zwager Kees ophalen.

Heel leuk om in onze voor haar vreemde omgeving een nichtje op bezoek te hebben. Samen met Anna ga ik zaterdagochtend Pat aanmoedigen. Ik heb al een beetje stress van deze fietstocht gehad, want Pat is zo hard voor zichzelf en heeft toch echt een lelijke deuk opgelopen aan zijn ongeluk vorig jaar. Het regent zaterdagochtend pijpenstelen. De race zou in eerste instantie om 8 uur beginnen, maar om 10.30 uur klinkt dan toch het startschot. De regen is zo gek nog niet. Het scheelt een paar graden, de hitte is niet zo verzengend, maar vooral gevoelstemperatuur is veel aangenamer dan wanneer de zon op je hoofd schijnt bij 34 graden. Pat doet het gewoon op zijn eigen tempo. De kopgroep is een groep van een man of 40, ijzersterke, gespierde, jong Afrikanen. Prachtig, maar geen partij voor Pat. Helemaal leuk was het. Een ongebruikelijk evenement, waar Pat fietsers heeft ontmoet, en kunnen horen dat hij met zijn fietsenmaker in Kumasi nog goed af is. Racefietsers uit Accra repareren hun fiets m.b.v. youtube filmpjes.

Terwijl Pat zijn rondjes fietst, 33 rondjes om het sports stadium, gaan Anna en ik naar Independence square, dat vlak achter het stadium ligt. We beklimmen het monument en kijken uit over de zee en Accra. Leuk, want dat heb ik ook nog nooit gedaan.

Als Pat, redelijk vermoeid weer de auto instapt, rijd ik richting Krokrobite, een dorpje aan het strand, ongeveer een uur rijden van Accra. We verblijven daar twee nachtjes. Het is een grappig, beetje alternatief hotelletje, van een Italiaanse eigenaresse. We eten dus nog geen Ghanees voedsel, maar Anna krijgt nog volop kansen en wij genieten erg van de pizza’s en het stokbrood.

Anna en ik wandelen zaterdag richting strand en komen een soort processie tegen. Het is Paas zaterdag en het heeft overduidelijk een religieus doel. Een groep van ongeveer 50 mensen, voornamelijk vrouwen, waarvan de meeste in het spierwit gekleed zijn. Ze lopen zingend en dansend door de straten. Wij lopen achter hen aan, want ook zij gaan de richting van de zee op. Bij het strand aan gekomen blijkt dat het gaat om een doop ceremonie. Wij staan te kijken hoe 8 vrouwen gedoopt worden. Een priester, met twee helpers, dompelt de vrouwen driemaal achterover in zee. Wat mooi nou weer dat Anna zoiets meemaakt.

Als we terug willen lopen, stuiten we op een lange rij kinderen. Er blijkt een rijke man uit het dorp, 500 maaltijden uit te reiken aan minder de minder fortuinlijke. De man die deze mooie actie onderneemt, spreekt ons gelijk aan. Als ik zeg hoe mooi ik de doop ceremonie vind, haalt hij zijn schouders op. ‘We kunnen er beter hier in het aardse wat van maken met zijn allen, in plaats van al onze hoop vestigen op de kerk en op wat hierna komt’. Nou dat hoor je niet vaak in Ghana en ik deel die mening zeer. Ik reageer dus bijna te enthousiast, tenslotte moet je toch ook eigenlijk eenieder respecteren, en met een gevulde portemonnee is het makkelijk praten. Dan kan je er ook wat van maken in het Aardse en is de behoefte om te hopen op de hemel, aanmerkelijk kleiner. Misschien ervaar ik al een beetje hemel(op aarde) tenslotte. Hij vertelt gelijk daarna dat hij Bartels heet, en uit Elmina komt. Het schaamrood loopt me dan altijd een beetje naar de kaken….Elmina en Bartels heten, dan ben je een nazaat van de kolonialen van een paar honderd jaar geleden. Een voorvader is Nederlander geweest. Wij hebben de slavenforten in Elimina inmiddels vaak bezocht en het is iets om je bewust van te zijn, stil van te worden, maar zeker niet trots op te zijn. Toen ik liet merken dat ik me schaam voor de historie van mijn landgenoten, wuifde de heer Bartels het weg. Don’t worry, I am from the Fantie tribe. Hij wil met ons op de foto. Ik heb het gevoel alsof hij met me aan het ‘bonden’ is, we hebben dezelfde achtergrond, mijn voorvaderen waren slavendrijvers en zijn voorvaderen hebben de slaafgemaakten aangeleverd….. Ik fluister tegen Anna; ‘Ik wil hier weg, ik voel me zo ongemakkelijk’. Later bespreek ik met Anna dat ik niet eens zeker weet of het klopt wat ik voel, maar mijn intuitie vertelt dat ik ontrouw ben aan de mij zo dierbare gewone man/vrouw in Ghana. Ohhh wat is het leven ingewikkeld, waarom ging ik geen discussie aan, ik vluchtte alsof ik niks durf. Of durf ik inderdaad niets. Wat een rotgevoel. Weer veel om over na te denken. Hoe neem ik verantwoordelijkheid. Natuurlijk kan ik er niets aan doen dat er een paar honderd jaar geleden mensen waren die uit hetzelfde land kwamen als ik en kennelijk niet schroomden om ten kosten van wie en wat dan ook zichzelf te verrijken, maar ik zou natuurlijk wel kunnen zeggen dat ik dat veracht. En dat heb ik niet gedaan……….

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.