Hier in Ghana, begint men je eind oktober al ‘Merry Christmas’ te wensen, dat betekent eigenlijk vooral: ’Waar is mijn cadeau’? Als je wit bent en er wordt dus van je verwacht dat je geld hebt, worden je heel veel fijne feestdagen gegund. Wildvreemden, pompbedienden, in de kroeg, in de winkels, politieagenten, een toevallige voorbijganger etc etc, iedereen gunt je het beste. We proberen ook onze verantwoordelijkheid te nemen zoals ik al eerder schreef
Het gekke is wel, dat ik vaak het gevoel heb, dat zij die in Nederland en mogelijk ook elders op grote afstand van Afrikaanse armoede, een paar tientjes overmaken, of een lot in de postcode loterij kopen in de hoop iets te winnen, zich goed voelen als ze dat gedaan hebben. Hier voelt dat anders. Dat geeft ook niet. Het is als het ware je plicht. En dat vind ik ook. Het kost zo weinig moeite om te delen. Het lastige is soms alleen dat je, of liever gezegd ik, een soort eeuwig schuldgevoel heb. Je geeft namelijk wel, en deelt daarmee, maar je houdt natuurlijk veel meer zelf dan dat je weggeeft…. Zo ook dit jaar. Maar dit jaar gebeurde ook nog iets anders moois. We kregen cadeautjes terug. En niet een grote fles whisky van een zakenrelatie, maar cadeautjes van mensen die met ons delen en daarmee heel veel geven.

Felix, de maintanence guy, die zich echt het ‘leplazarus’ werkt hier in en om het appartementencomplex en nooit een dag vrij heeft, zijn geld voor het grootste gedeelte naar Accra stuurt waar hij ouders, broers, zussen en een vrouw en kind heeft, kwam met een grote tros bananen. Op de golfcourse kreeg Pat 10 golfballen van Reagan, zijn caddie, die ballen kan hij ook voor 2 cedi per stuk verkopen (die vissen ze op uit de watertjes op de golfbaan, waar wij en anderen golfspelers ze eerst ingeslagen hebben). Apetrots was hij, dat hij Pat een cadeau kon geven. En als klap op de vuurpijl kwam Lizzy, die heeft bij een timmerman een tafeltje voor ons laten maken. Ik zal er een foto van maken, want het is meer dan een tafeltje. Het blad wordt als het ware gedragen door twee mensen die vriendschap en verbondenheid voorstellen. Ik heb zelden zo’n gelukkige glimlach gezien als toen Lizzy ons het tafeltje gaf. Zoooo lief. Het tafelblad staat helemaal scheef en mag ik van Pat niet laten repareren door een timmerman, omdat het voelt alsof het dan niet goed genoeg is. Dat voel ik precies zo, maar wel een klein beetje jammer dat ik nu midden in de woonkamer een heel scheef tafeltje heb.
Zoals ik in een vorig blog schreef, hebben we rijst en olie gekocht voor Reagan zijn oma en voor Lizzy. Maar Reagan hadden we ook nog kleren toegezegd, voor als hij weer naar school zou gaan. Dus anderhalve week geleden ben ik samen met Lizzy en Reagan naar de markt gegaan. Bij vertrek van huis heb ik gezegd dat Reagan de baas is. Hij bepaalt waar het geld aan uitgegeven wordt. Ik voel me alsof ik met Bas schoenen moet gaan kopen in Amsterdam. Het is wel de Ghanese versie van de geschiedenis, maar voelt toch bijna identiek. Reagan wil er altijd uitzien als een ‘freshboy’, de uitdrukking voor snelle jongen. Met Bas ging ik inmiddels 10 jaar geleden Amsterdam in, waar ik toen de weg nog niet goed wist en over de Kalverstraat, de Heiligeweg, Leidsestraat en ik denk ook de 9 straatjes, anyhow genoeg schoenenwinkels. Het staat me nog helder voor de geest. Ik telde in mijn hoofd het aantal schoenenwinkels dat we ingegaan waren. Bij nr. 25 waren we nog steeds niet de goede schoenen tegengekomen. Prijs de heer…..Toen kwamen we Gerrit en Harry tegen. Harry nam Bas op sleeptouw en ja, hij begreep Bas en Bas vond de schoenen die hij wilde. Reagan durft dat niet met mij, en is heel blij denk ik dat hij zomaar kleding krijgt, maar hij vindt het net zo belangrijk als Bas en is eigenlijk de hele tijd bang dat de gekochte items niet hip of snel genoeg zijn. Althans, dat gevoel heb ik. Ik kan weinig aflezen van zijn gezicht, maar merk aan het aantal keer dat we een winkel (container) uitgaan zonder iets gekocht te hebben dat het van levensbelang is waaraan hij zijn geld besteed. Hij mag ongeveer 300 cedi uitgeven. Dat is 45 euro en valt dus allemaal erg mee, maar Lizzy, die ons helpt Reagens boodschappen te doen, werkt fulltime bij ons voor 500 cedi per maand en heeft daarmee een heel aardig salaris. Tegen de tijd dat we weer thuis zijn, heeft Reagan Nike schoenen, 6 onderbroeken, 6 paar sokken, twee overhemden een t shirt een riem en een horloge. Het past allemaal in een plastic tas. Je zou zeggen, niet gek voor 45 euro…..
Enkele dagen later appt Milou me. Clementia, een meisje uit Bolga dat eerst door Roos en later door Milou onder haar hoede is genomen, mag weer naar boarding school. De scholen gaan hier na ruim 9 maanden gesloten geweest te zijn, weer open. Cle, zoals we haar naam liefkozend afkorten komt dus terug uit Bolga, waar haar familie woont en moet weggebracht worden naar boarding school. Of Pat en ik ervoor kunnen zorgen dat ze op school komt. Nou ja, graag natuurlijk. Cle is de liefste. Vorig jaar toen ze 16 werd, hebben we haar verjaardag hier aan het zwembad gevierd. Roos en Milou hadden een cadeautje, ik had een cadeautje voor haar en we hadden een mierzoete taart met kaarsjes. We hebben dus gezongen en gezwommen met Lizzy erbij. Cle was er emotioneel van, ze had nog nooit haar verjaardag gevierd met cadeaus en taart. Cle is de jongste van meer dan 40 kinderen van haar vader en een van vier kinderen van haar moeder. Er is geen geld thuis en Cle is een van de drie kinderen van haar vader die naar de middelbare school gaat, dankzij Roos en Milou.
Op donderdagochtend kwam Cle met de bus uit Bolga, een 17 uur durende busreis en blij weer in Kumasi te zijn. Ik had Milou gevraagd of Pat en ik Cle mee uit eten zouden nemen. ‘Ja’, zei Milou,’ dat kan je doen, maar ze gaat wel nerveus zijn, of ze ergens naar toe gaat waar ze iets lust dat op de kaart staat’. No problem, we nemen Cle mee naar een restaurant waar de lokale en internationale keuken gecombineerd is, zodat we allemaal wat lusten. Pat sommeert haar niet naar de prijzen te kijken, het is vanavond haar feestje. Voor alle duidelijkheid, de prijzen voor een visje, met rijst, gebakken banaan en salade is nooit meer dan omgerekend 4,50 euro. Cle geniet, en wij dus zo mogelijk nog meer. Cle blijft een nachtje bij ons slapen in het grote logeerbed. Haar ouders hebben geen idee waar ze is. 17, mooi jong en kostbaar. Eigenlijk niemand die op haar let. De volgende ochtend geef ik Cle geld en gaat ze samen met Lizzy naar de markt om kleding en spullen voor school te kopen. Cle en Raegan zijn beide geen rijke kinderen (dit ten overvloede), maar Cle is het magerder gewend dan Raegan denk ik. Ik geef hen 300 cedi en zeg met een knipoog tegen Lizzy, dat dit anders ‘shoppen’ wordt. Ik ga niet mee, want Lizzy is als een grote zus voor Cle. Ze houden van elkaar, dat voel ik altijd als Cle bij ons is. 3 Uur later komen ze terug. Lizzy heeft een emmer met spullen in haar ene hand en een plastic zak in haar andere hand en Cle heeft een grote tas op haar hoofd. Ze stralen me tegemoet. De inhoud varieert van kleding (Cle koopt deze tweedehands, mooi, schoon en spotgoedkoop), wc papier, ontbijt cereals, ondergoed etc. etc. Ik heb niet precies gekeken wat ze heeft gekocht. Ze is heel erg gelukkig.
<img src=\"images/2021/IMG-20210123_Cle.jpg\" alt=\"IMG 20210123 Cle\" width=\"900\" height=\"675\" />
We vertrekken gelijk naar Tumi om haar schoolspullen op te halen. Dat dacht ik althans. Een koffertje kleren, dacht ik en wat boeken. Bij Tumi halen we haar matrasje, twee kisten met spullen en legt ze haar goedkope telefoontje weg, want je mag geen telefoon hebben op school. Ze blijft weg tot half maart.
Onderweg in de auto praten we wat. Ik vraag of haar vader trots is op het feit dat ze naar school gaat. Ze begint te lachen. ‘Ik moet hem als ik in Bolga ben, ‘s morgens gaan groeten van mijn moeder. Mijn vader is 91, hij vraagt iedere keer als ik hem groet wie ik ben…’. Op school aangekomen worden haar spullen doorzocht. Twee kistjes van ik denk ongeveer 30x30x70 cm met een hangslotje erop. Van een van de kistjes is het slotje kapot. Bij de administratie (een bankje in de buitenlucht met iemand die haar komst noteert in een schrift), worden haar spullen doorzocht. Iedere keer verbaasd het mij weer. Ze zijn (ik scheer even alle Ghanezen over één kam) altijd heel blij met spullen, maar ze maken er een rotzooi van, niet te geloven’. Het is gewoon een grote berg met oude onderbroekjes, shirtjes etc. De docent die het doorzoekt blijkt op zoek naar haar telefoon. Hij vraagt mij of ze die bij zich heeft. Ik antwoord naar waarheid dat ze die thuis heeft achtergelaten. Ze lijken me niet te geloven. Vervolgens krijgt Cle nog een veeg uit de pan, waarom ze haar slot niet heeft gerepareerd. ‘Those girls are stealing from each other’. Ze pikken nog elkaars onderbroekjes…. Wat een toestand. Ik denk weer nederig terug aan hoe mijn eigen kinderen op hun omafietsen in colonne van Gooische kinderen naar school fietsten met hun modieuze rugzak, hun eigen kleding, hun smartphone etc. etc…..
Samen met Cle gaan we aankloppen bij haar ‘house mistress’, de dame die erop toeziet dat de meisjes van de slaapzaal waar Cle terechtkomt, zich een beetje gedragen. Een aardige mevrouw staat Cle volgens mij ook aardig te woord, ze gaat helaas naar een slaapzaal met meer meisjes dan voor de Lock down. Met 100 meisjes op een zaal. Oh oh oh….. Het ziet er voor mij uit als een gevangenis. Allemaal oude metalen stapelbedden zonder matrassen, want die nemen de meisjes zelf mee. Ik krijg een brok in mijn keel als ik die lieve Cle in haar rood wit geruite schooluniformpje uit moet zwaaien. Cle niet, die is dankbaar dat ze naar school mag. Ik krijg een kus en ze zwaait .

Reactie plaatsen
Reacties